De bedrijfsgeheimenrichtlijn
De Europese lidstaten hebben tot 8 juni 2018 de tijd om over te gaan tot implementatie van de Europese richtlijn betreffende de bescherming van niet-openbaargemaakte knowhow en bedrijfsinformatie (bedrijfsgeheimen) tegen het onrechtmatig verkrijgen, gebruiken en openbaar maken daarvan. Dit artikel bespreekt de invloed van deze richtlijn op Non-Disclosure Agreements (NDA’s).
Aanleiding
Er zijn veel verschillen en gebreken in de wetgeving van de lidstaten betreffende de bescherming van bedrijfsgeheimen. Om een voorbeeld te noemen, de Nederlandse wetgeving biedt geen definitie van wat een bedrijfsgeheim is. Verder is er geen samenhang tussen lidstaten wat betreft de acties die bedrijven kunnen ondernemen wanneer er sprake is van onrechtmatig gebruik van bedrijfsgeheimen. De Europese wetgever wenst het een en ander op Europees niveau te verbeteren.
Wat wordt verstaan onder een bedrijfsgeheim?
Bedrijven die een formule, recept, ongepubliceerde uitvinding, bedrijfsmodel of methode willen beschermen, genieten thans geen bescherming onder het intellectuele eigendomsrecht. De bedrijfsgeheimenrichtlijn (hierna: de richtlijn) is bedoeld voor die knowhow of immateriële verworvenheid die onder het intellectuele eigendomsrecht nauwelijks of geen bescherming geniet, maar wel waarde vertegenwoordigt.
Ingevolge artikel 2 van de richtlijn zijn er drie cumulatieve voorwaarden waaraan de informatie moet voldoen om te kunnen kwalificeren als bedrijfsgeheim:
a) de informatie is geheim in die zin dat zij, in haar geheel dan wel in de juiste samenstelling en ordening van haar bestanddelen, niet algemeen bekend is bij of gemakkelijk toegankelijk is voor personen binnen de kringen die zich gewoonlijk bezighouden met de desbetreffende soort informatie;
b) de informatie bezit handelswaarde omdat zij geheim is; en
c) de informatie is door de persoon die rechtmatig daarover beschikt onderworpen aan redelijke maatregelen, gezien de omstandigheden, om deze geheim te houden.
Het onrechtmatig verkrijgen, gebruiken en openbaar maken van bedrijfsgeheimen
Ingevolge artikel 4 van de richtlijn is verkrijging onrechtmatig indien de verkrijging van het bedrijfsgeheim geschiedt zonder toestemming van de houder, door onbevoegde toegang en door het onbevoegde toe-eigenen of kopiëren van documenten, materialen of elektronische bestanden waaruit het bedrijfsgeheim kan worden afgeleid. Van onrechtmatig gebruik of onrechtmatige openbaarmaking is sprake indien het bedrijfsgeheim onrechtmatig is verkregen, het gebruik of de openbaarmaking inbreuk maakt op een NDA of wanneer het gebruik of de openbaarmaking een contractuele of andere verplichting schendt.
Maatregelen, procedures en rechtsmiddelen van de houder van een bedrijfsgeheim
Lidstaten zullen bij de implementatie van de richtlijn in het nationale recht maatregelen, procedures en rechtsmiddelen vast moeten stellen die dienen ter bescherming van bedrijfsgeheimen. Het moet voor de houder mogelijk zijn een vordering in te stellen tegen inbreukmakers: stakings- of verbodsvorderingen waarmee het gebruik of de openbaarmaking wordt verboden, of het produceren, aanbieden of in de handel brengen van inbreukmakende goederen wordt verboden. Ook moet het mogelijk zijn beslaglegging te verzoeken of afgifte van de goederen te eisen, teneinde te voorkomen dat deze goederen in de handel worden gebracht.
Schadevergoeding
Schade is onder de huidige regimes vaak moeilijk aan te tonen, omdat bij de berekening van schadevergoeding niet altijd rekening wordt gehouden met de immateriële aard van bedrijfsgeheimen. In de praktijk kiezen contractpartijen er veelal voor de schending van een verplichting uit een NDA te sanctioneren met een contractuele boete. Ingevolge artikel 14 van de richtlijn dient bij de berekening van de schade rekening te worden gehouden met alle passende factoren: negatieve economische gevolgen, onrechtmatige winst van de inbreukmaker en zelfs morele schade van de houder van het bedrijfsgeheim. Daarnaast kan schade worden vastgesteld als forfaitair bedrag op basis van elementen, waaronder ten minste het bedrag aan vergoedingen dat verschuldigd zou zijn geweest indien de inbreukmaker toestemming had gevraagd voor het gebruik van het bedrijfsgeheim.
Het belang van de NDA
De NDA (ook in de verschijningsvorm van een geheimhoudingsovereenkomst of -beding) blijft na de implementatie van de richtlijn onmiskenbaar belangrijk.
Om te kwalificeren als een bedrijfsgeheim moet informatie onderworpen zijn aan ‘redelijke maatregelen om deze geheim te houden’. Dit kan op verscheidene manieren worden uitgewerkt door bijvoorbeeld informatie als zodanig labelen, de toegang tot informatie zoveel mogelijk te beveiligen en door het monitoren van (ongewenste) toegang.
Het sluiten van NDA’s is een van de maatregelen die genomen kan worden om een bedrijfsgeheim geheim te houden. De NDA dient gesloten te worden met bedrijven die toegang hebben tot de bedrijfsgeheimen. Ook intern is een NDA (eventueel door uitwerking van die verplichtingen middels een geheimhoudingsbeding in een arbeidsovereenkomst of andere overeenkomsten) belangrijk. In het Nederlandse arbeidsrecht is niets geregeld over geheimhouding. Nu informatie delen met werknemers vaak onontbeerlijk is voor een goede uitvoering van het werk, is het essentieel de geheimhouding ervan door (ex-)werknemers te waarborgen.
Niet te vergeten, de NDA kan gebruikt worden om specifieke verplichtingen en waarborgen vast te leggen die door de richtlijn niet (goed genoeg) worden geregeld.
Daarnaast zal een beroep op schending van een NDA en het verhalen van de bijbehorende boete een makkelijkere exercitie zijn dan het aantonen van de vereisten uit de richtlijn zoals het aantonen dat de informatie kwalificeert als een bedrijfsgeheim en dat de verkrijging van het bedrijfsgeheim onrechtmatig is.
Hoe kunnen bedrijven succesvol gebruik maken van de handvatten die deze richtlijn biedt?
Ingevolge artikel 11 van de richtlijn moet eiser kunnen aantonen dat:
a) de informatie kwalificeert als een bedrijfsgeheim;
b) eiser de houder van het bedrijfsgeheim is; en
c) dat het bedrijfsgeheim onrechtmatig is verkregen, gebruikt of openbaar gemaakt, dan wel dat hiervoor dreiging bestaat.
Conclusie
De richtlijn gaat veel goede handvatten bieden voor het beschermen van bedrijfsgeheimen. Echter dit geeft geen aanleiding om soepeler om te gaan met de contractuele bescherming van bedrijfsgeheimen door middel van NDA’s. In sommige gevallen zal het sluiten van een NDA er zelfs voor zorgen dat de bescherming die de richtlijn kan bieden wordt geborgd door het gebruik van de NDA.
Neem gerust contact met ons op voor meer informatie over NDA's of de mogelijkheden voor bescherming van uw bedrijfsgeheimen.
Klik hier om deze post in pdf te bekijken.